De zorg in Nederland is gelukkig goed georganiseerd: voor een medische vraag aan de huisarts, praktijkondersteuner of assistente hoeft u niet te betalen. Deze zorg wordt betaald door de zorgverzekering. Voor aanvullend onderzoek, bijvoorbeeld van het laboratorium, of medicatie ontvangt u een rekening van de zorgverzekering. Voor een keuring of een vaccinatie op eigen verzoek, krijgt u een rekening van de huisarts, net als mensen die niet verzekerd zijn.

Kosten voor huisartsenzorg

Huisartsenzorg wordt op verschillende manieren betaald. Dat kunt u terugvinden op de specificatie van de zorgverzekering.

De huisarts ontvangt per kwartaal per ingeschreven patiënt een tarief, om de administratie goed te kunnen regelen. Daarnaast declareert de huisarts per contact een bepaalde verrichting, voor de tijd die er besteed werd, en soms ook voor de handeling of het materiaal (bijvoorbeeld een chirurgische ingreep of bij het gebruik van stikstof).

Sinds enkele jaren bestaat er ook de zogeheten ketenzorg, een aparte stroom in de financiering. Het gaat hier om zorg die voorheen altijd in het ziekenhuis werd verleend aan patiënten met een chronische aandoening, zoals bijvoorbeeld suikerziekte, hart-en vaatziekten, astma of COPD. U kunt dit soort kosten op de specificatie van uw zorgverzekering terugvinden onder de naam ‘Groninger Huisartsen Cooperatie’.

Huisartsenzorg in het weekend en in de avond is duurdere zorg. Ook medicatie die in het weekend via de dienst apotheek wordt voorgeschreven, is duurder dan via de reguliere route. Deze financiering gaat buiten uw eigen huisarts om.

Bedragen op de rekening van de zorgverzekeraar

Soms krijgen we van patiënten vragen over wat bepaalde bedragen op de rekening van de zorgverzekering betekenen. Meestal gaat dit om kosten voor medicijnen of bloedonderzoek. Deze moet u zelf betalen, als u de drempelwaarde van uw eigen risico nog niet bereikt heeft. In 2022 is dat eigen risico standaard minimaal 385 euro.

Meer weten over de kosten en vergoeding van huisartsenzorg? Lees er meer over op de website van de Rijksoverheid.